Vriendschappen
Een kind doet in zijn ontwikkeling veel ervaringen op met relaties en relaties aangaan. De ervaring die een kind opdoet met zijn ouders of hechtingsfiguren, bepalen zijn gedrag (Thoomes, 2012) Deze hechtingsgerelateerde ervaringen worden opgeslagen in het interne werkmodel (Bogaerts, 2003).
In sociale relaties worden de interacties gestuurd door het interne werkmodel. Via het werkmodel worden verwachtingen over anderen en de verwachtingen van zichzelf gestuurd. Wanneer een leerling ervaren heeft dat volwassene betrouwbaar zijn, dan zal een leerling vertrouwen ontwikkelen. Vanuit dit vertrouwen kan een kind ook vriendschappen aangaan. Een leerling vindt veel vanzelfsprekend, waardoor een kind niet nadenkt of iemand hem wel aardig vindt of afvraagt of ouders wel van hem houden. Hierdoor staat een kind ook positief in het leven (Thoomes, 2012).
Wanneer een leerling geen betrouwbare ervaringen heeft, zal een leerling wantrouwen ontwikkelen en negatief in het leven staan. Weinig is voor een kind vanzelfsprekend (Thoomes, 2012).
Zelfvertrouwen en vertrouwen
De hechtingstheorie voert gedragsproblemen terug op twee eigenschappen zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen. Een onveilig gehecht kind leert niet op anderen te vertrouwen en ervaart de wereld om zich heen als onbetrouwbaar en vijandig. Dit interne welkmodel beïnvloed de informatieverwerking in nieuwe situaties (Bretherton, 1992). Hierdoor zal een kind dat onveilig gehecht is gedrag van andere snel als vijandig interpreteren. Dit kan leiden tot antisociaal gedrag of tot vermijding en terugtrekking.
Door een leerling bewust te maken van zijn gedrag in deze situatie en de lastige situatie te bespreken wordt de leerling langzaam bewust van zijn eigen ik.
Deze situatie slaat de leerling op in zijn interne werkmodel (Zaal et al., 2009). Het interne werkmodel wordt weer aangepast op basis van nieuwe ervaringen die en kind op doet.
Elke nieuwe situatie is een kind bang om opnieuw gekwetst te worden. Een kind zoekt elke keer weer naar bevestiging. Dit zoeken naar bevestiging van het interne werkmodel gebaseerd op ervaringen uit het verleden kan op verschillende manieren, negatief, boos en passief, maar ook aanklampend of claimend. De veilige basis bieden met voorspelbaarheid en fysieke aanwezig is hier opnieuw weer van belang (Zaal et al., 2009).
Informatie
